Op weg naar huis in de trein luister ik de ‘Ongelooflijke Podcast’ met Beatrice de Graaf. Over hoe de tech-miljardairs de publieke ruimte kapen en te gelde maken, mensen reducerend tot commodity’s, bundeltjes data om te manipuleren voor de winst. Dit is een bedreiging voor de democratie. De Graaf schetst ook hoe het vrije, pluriforme debat sinds eeuwen het beenmerg is van de democratie. Een rijk, genuanceerd verhaal vertelt ze. Andere koek dan het geschreeuw op de socials, waaruit steeds meer mensen zich terugtrekken vanwege kolonisatie door Big Tech.
We vieren zes jaar RES in dezelfde tijd dat de Amerikaanse president zich terugtrekt uit het Klimaatakkoord. Welke betekenis willen we daaraan geven? Ja, het is schokkend dat Amerika dit signaal geeft aan de rest van de wereld. Tegelijk is de geest van de energietransitie zo ver uit de fles dat niemand hem erin terugkrijgt. De ontwikkeling van de Regionale Energiestrategie is daarvoor exemplarisch.
Zes jaar – het lijken wel lichtjaren - geleden begonnen de regio’s met het samen organiseren van opwek op land. Sindsdien bewogen we met elkaar van het doel van 35 TWh naar het streven naar 55 en van het smalle ‘opwek’ naar ‘energie voor wonen, werken en verplaatsen voor iedereen’. We zagen de noodzaak ontstaan van ‘decentraal’, waar lokale partijen met elkaar werken aan hun eigen energievoorziening. Omdat we energie daarmee betaalbaar en beschikbaar houden en netcongestie verlichten. Daarbij groeit het belang van lokale energiegemeenschappen, en waar die een rol van betekenis spelen, groeit ook de betrokkenheid en het draagvlak voor duurzame energie. Het onlangs ingestelde Burgerberaad onderstreept de dynamiek die is ontstaan. Een dynamiek die gericht is op het collectief. De president van drill, drill, drill krijgt dat zomaar niet stilgezet.
In de RES community leerden honderden verantwoordelijke professionals en bestuurders elkaar kennen, allen gecommitteerd aan het doel van de energietransitie. Er is een beweging ontstaan van verschillende overheden, netbeheerders, bedrijven die met er met elkaar aan samenwerken. De hartslag van de praktijk is krachtig. Schijnbaar vanzelf gebeurt er heel veel, omdat individuele mensen met hart voor de zaak verantwoordelijkheid nemen, coalities smeden en zich het vuur uit de sloffen lopen. De praktijkverhalen van de RES spreken boekdelen.
Na zes jaar is het natuurlijk moment gekomen voor het gesprek over de periode na 2030. Meer samenhang is gewenst, om te beginnen tussen opwek van elektriciteit, het ontsluiten van warmtebronnen en het uitbreiden van energie-infrastructuur en de leefomgeving. In de herijking van de regionale energiestrategie, waar een aantal energieregio’s al ver mee zijn, is ‘gebiedsgericht’ het vertrekpunt zodat het lokale maximaal benut kan worden. Het is zoeken hoe deze samenhang goed vorm te geven. We vroegen elf denkers om hun inzichten voor wat in deze fase nodig is, op te schrijven. Zodat we er met elkaar over in gesprek kunnen.
De inzichten zijn geland in de bundel essays ‘Nieuwe paden zoeken in transitietijd’, die we 29 januari aan minister Sophie Hermans aanboden. De essays gaan over het belang van sturing die ondersteunend en flexibel is. Over kneedbaar beleid, dat aanpasbaar is wanneer in de praktijk blijkt dat dit nodig is. De dikste rode draad uit de essays betreft het belang van energie in de vrije, publieke ruimte. Dat de toegang tot betaalbare energie een grondrecht is, een publiek goed, en dat betrokkenheid en lokaal eigendom daarom belangrijk zijn.
Uit de essays haal ik de inspiratie dat de omslag naar een duurzame energietransitie van ons allen is, zoals de democratie leeft dankzij een sterke burgerij. Duurzame, betrouwbare en rechtvaardige energievoorziening voor iedereen maakt ons ook onafhankelijker in de wereld. Laten we leren van de geschiedenis zoals Beatrice die schetst, en allemaal maximaal onze invloed gebruiken om dit voor elkaar te krijgen. Zodat energie een grondrecht blijft en we geen energie commodity’s worden.