De opgaven voor elektriciteit en warmte moeten ruimtelijk vertaald worden naar zoekgebieden en locaties. Maar ruimte is schaars. Heel Nederland is al belegd met functies, zoals natuur, woningbouw en bedrijventerreinen. De energietransitie concurreert met andere functies, opgaven en belangen die vragen om ruimte. Niet alles kan zomaar overal. Voor de energietransitie moeten daarom keuzes en afwegingen gemaakt worden in samenhang met andere opgaven.
Bij de ruimtelijke inpassing van functies is het van belang dat dit gebeurt op een manier die ook ruimtelijke kwaliteit oplevert [voetnoot]. Bij de energietransitie gaat het onder andere om ruimte voor:
- Windmolens en zonnevelden.
- Installaties voor warmtebronnen: geothermie, bio-vergisting, etc.
- Aanpassing en uitbreiding van de infrastructuur voor elektriciteit, gas en warmte. Zoals extra onderstations, boosters voor groengas en warmtenetten.
- Opslag en/of conversie van elektriciteit. Denk aan buurtaccu’s of centrales die elektriciteit omzetten in duurzame gassen of andersom.
- Opslag van warmte onder- of bovengronds.
Ruimte voor de energietransitie moet ook onder de grond worden gevonden. Vooral in de gebouwde omgeving ligt de ondergrond vaak al vol met buizen en leidingen. Aanleg van een nieuwe warmtepijp in bestaand stedelijk gebied kan lastig worden. Een ander voorbeeld is het boren naar geothermie dat ook van invloed kan zijn op strategische watervoorraden.
Omdat de ruimtelijke ordening gedecentraliseerd is, moeten keuzes tussen functies, opgaven en belangen primair gemaakt worden door gemeenten en provincies. Deze keuzes moeten vervolgens worden vastgelegd in instrumenten van de Omgevingswet (nu Wro). Voor de ruimtelijke vertaling van de opgaven warmte en elektriciteit zijn verder de volgende kaders relevant:
- Ruimtelijke principes uit het Klimaatakkoord.
- Ruimtelijk beleid van Rijk, Provincies, gemeenten en waterschappen.
Verdieping 6 geeft een beeld van de parallelle processen, ontwikkelingen en meekoppel-kansen waar rekening mee gehouden kan worden. Of die betrokken kunnen worden in het RES proces.
Meer handvatten en inspiratie over RES en de fysieke leefomgeving zijn te vinden in Verdieping 3: Borging RES in het beleid voor de fysieke leefomgeving.

Voetnoot
Onder de noemer ruimtelijke kwaliteit wordt vaak een hoeveelheid van factoren bedoeld, die de kwaliteit van de leefomgeving in een bepaald gebied vergroot. Daarmee is ruimtelijke kwaliteit ook van belang voor het verkrijgen van draagvlak voor een opgave.
Wat betekent de opgave voor ruimtegebruik voor de op te leveren RES?
Een uitgebreide toelichting over Ruimte in de Concept RES en de RES 1.0, staat in het Afwegingskader: paragraaf 4.5.