Wij hebben in ons land afgesproken dat ini
tiatiefnemers eerst kijken of zonnepanelen op daken gelegd kunnen worden en pas daarna op andere terreinen. Maar ondanks veel maatschappelijk en politiek-bestuurlijk draagvlak, liggen nog lang niet alle daken vol met panelen. Volgens de werkgroep Zon op daken is er niet één duidelijk knelpunt aan te wijzen waar dat door komt. ‘Er is weinig wat het leggen van zonnepanelen op daken echt verhindert’, zegt Anne-Marie Spierings, voorzitter van de werkgroep Zon op daken, ‘maar er is veel waardoor het toch niet gebeurt.’
Beter communiceren en kennis delen
Het advies van de werkgroep laat zien dat veel van de knelpunten waar regio’s tegenaan lopen, al zijn opgelost. Alleen zijn die oplossingen niet altijd bij iedereen bekend, aldus Anne-Marie. ‘Zo is er bijvoorbeeld onduidelijkheid over opvolging van de postcoderoosregeling. Terwijl de minister van EZK de Tweede Kamer heeft toegezegd de nieuwe regeling per 1 april 2021 open te stellen. Daarnaast is er onzekerheid over saldering en over de ISDE-regeling voor aansluiting van kleinverbruikers. Ook deze informatie is wel beschikbaar, maar niet vindbaar genoeg.’ Daarom pleit de werkgroep in het advies voor betere communicatie en het delen van kennis en praktijkvoorbeelden, bijvoorbeeld via de site van het Nationaal Programma RES.
Stimuleren, faciliteren en ontzorgen
Een belangrijke ‘hobbel’ waardoor zon op daken onvoldoende van de grond komt, is dat bedrijven en inwoners het ingewikkeld vinden en daardoor hun energie eerder steken in andere prioriteiten. ‘Het zit ‘m niet per se in het geld’, zegt Anne-Marie. ‘Wij adviseren overheden vooral om zelf actief het goede voorbeeld te geven en daarnaast programma’s op te zetten waarmee zij initiatiefnemers stimuleren, faciliteren en ontzorgen. Als je het inwoners en bedrijven makkelijker maakt, zullen zij sneller de stap zetten om te gaan investeren in zonnepanelen op daken.’
Gezamenlijke uitvoeringsstrategie
Wat kunnen RES-regio’s doen om zon op daken te stimuleren? Anne-Marie: ‘Er gebeurt al veel in de regio’s, maar vaak is dat nog te incidenteel en versnipperd. Wij raden dan ook elke RES-regio aan om een gezamenlijke uitvoeringsstrategie te maken voor zon op daken, het liefst al op weg naar de RES 1.0. Voer die strategie ook samen of in groepen van gemeenten uit. Dan hoeft niet elke gemeente alles zelf uit te vinden. Dat scheelt veel voorbereiding, waardoor de aanpak van zon op daken kan versnellen. Initiatiefnemers kunnen immers nu al aan de slag met het leggen van zonnepanelen, ze hoeven daarbij niet te wachten op de RES 1.0. Daarnaast raden we regio’s aan om te kiezen voor een integrale, gebiedsgerichte aanpak, waarin je per bedrijventerrein, wijk of buurt bedrijven en vastgoedeigenaren faciliteert en ontzorgt. Kijk daarbij naar de hele verduurzamingsopgave.’
Elk dak een maatschappelijke dubbelfunctie
De werkgroep pleit ervoor om in het algemeen anders naar daken te kijken. ‘Zie een dak niet alleen als iets wat je warm en droog houdt, maar bekijk het als een maatschappelijk oppervlak dat je een duurzame bestemming kunt geven. We pleiten daarbij niet voor een algehele verplichting om daken met zonnepanelen te beleggen. Soms kan een andere duurzame dubbelfunctie de voorkeur hebben. Je kunt een dak bijvoorbeeld vergroenen voor klimaatadaptatie, of er een schuilgelegenheid maken voor vleermuizen of vogels, om zo biodiversiteit te bevorderen. We raden het Rijk aan om regelgeving te ontwikkelen die stimuleert dat daken een maatschappelijke dubbelfunctie krijgen, waarbij de eigenaar van het dak zelf de gewenste dubbelfunctie kan kiezen.’
Zonnige toekomst
De werkgroep kon niet voor alle knelpunten een oplossing aandragen, zegt Anne-Marie. ‘Sommige onderwerpen moeten verder uitgewerkt worden. Een voorbeeld daarvan is hoe je elektriciteitspieken door duurzame opwek het best opvangt. Dat zou kunnen via opslag of door met bedrijven af te spreken dat zij hun productieprocessen zo sturen dat zij op bepaalde momenten op de dag meer of juist minder stroom gebruiken. We adviseren om dat verder te onderzoeken. Al met al hopen we dat onze aanbevelingen bijdragen aan een zonnige toekomst voor zon op daken.’