Op 27 januari 2025 stond de impact van grootschalige batterijopslag op het energiesysteem centraal in een bijeenkomst van de ontwikkelgroep van regio’s. Hieraan namen verschillende RES-regio’s deel, waaronder Drenthe, West-Brabant, U16, Veluwe, Foodvalley, Drechtsteden, MRE, Arnhem Nijmegen, Rivierenland, Flevoland, Holland-Rijnland, Midden-Holland en Achterhoek. Ook waren vertegenwoordigers van het ministerie van KGG, Holland Solar, RVO en NP RES aanwezig.
Binnen het ministerie wordt gewerkt aan beleid rondom grootschalige opslag als onderdeel van het energiesysteem van de toekomst. TenneT hanteert een aansluitbeleid waarbij grootschalige batterijen 50% van de tijd kunnen worden afgeknepen om extra infrastructuur te vermijden. Voor regionale netbeheerders wordt nu beleid ontwikkeld rondom congestieneutrale batterijen.
Volgens Erik Koeken (KGG) is de ruimtelijke inpassing van batterijen vooral een regionaal vraagstuk. Samen met het ministerie van VRO wordt gewerkt aan landelijke randvoorwaarden, zoals milieuaspecten en ruimtelijke afwegingskaders. Er wordt gediscussieerd over de bevoegde overheidslaag: momenteel is dat de gemeente, maar er is behoefte aan meer centrale regie.
Een afwegingskader geeft houvast
In RES West-Brabant wordt gewerkt aan een afwegingskader om beter te kunnen sturen op locaties voor batterijopslag en om de juridische houdbaarheid van vergunningverlening te vergroten. Piet Ackermans (RES West-Brabant) benadrukt dat gemeenten niet mogen sturen op de energetische impact van batterijen, enkel op ruimtelijke aspecten. “Zoals voor alle energiebronnen geldt ook hier dat het meer is dan een kwestie van techniek. Het is een maatschappelijk vraagstuk. We moeten maatschappelijk waarde aantonen om ontwikkelingen ruimtelijk mogelijk te maken. Dat is lastig”. Een breder afwegingskader, waarin maatschappelijke waarden zoals landschap, natuur en energiesysteem worden meegenomen, is noodzakelijk. De mogelijkheid om de energietoets te benutten als grond voor vergunningverlening wordt besproken, evenals de juridische houdbaarheid hiervan binnen de Energiewet. Ackermans benadrukt dat richtlijnen vanuit provincie en Rijk hierbij gewenst zijn. Eind maart 2025 is het afwegingskader van RES West-Brabant gereed en gaat het naar de betreffende gemeenteraden. Het kan als inspiratie dienen voor ook andere regio’s.
Regio-specifieke spelregels en netimpact van buurt- en thuisbatterijen
In Drenthe is de provincie verantwoordelijk voor de ruimtelijke sturing van grote batterijen (>70 MW of 0,5 ha), terwijl gemeenten en de RES zich richten op buurt- en thuisbatterijen. Andrea Poelstra (RES Drenthe) geeft aan dat gemeenten weinig inzicht hebben in de impact van batterijen en juridische ruimte nodig hebben om aanvragen beter te kunnen beoordelen. “Maar op welke gronden, anders dan ruimtegebrek, kunnen aanvragen voor batterijen worden beoordeeld? Met provincie en kennisinstellingen is de RES de aspecten van batterijopslag (o.a. netimpact en locatiekeuze) nader gaan verkennen. Vooralsnog hebben we meer vragen dan oplossingen”, aldus Poelstra.
Er wordt opgemerkt dat buurten en huishoudens met batterijen op verschillende markten handelen, wat netcongestie soms verergert. De vraag rijst of deze batterijen verboden kunnen worden en of netbeheerders hierop kunnen sturen. Dit benadrukt de noodzaak van duidelijke spelregels. Er is duidelijk behoefte aan spelregels, liefst gebiedsspecifieke ook bij buurt- en thuisbatterijen. Door per gebied te variëren is het mogelijk om te sturen op specifieke knelpunten, terwijl het toch voor iedereen rechtvaardig (uitlegbaar) blijft. De suggestie wordt gedaan dat ACM deze regels zou kunnen opstellen.
Gelijk speelveld en marktontwikkeling
Een ander dilemma betreft gelijkheid in de uitrol van pilots waarbij netbeheerders controle krijgen over thuisbatterijen. Het gesprek benadrukt het belang van een eerlijke, landelijke aanpak om ongelijkheid te voorkomen. Informatievoorziening en voorlichting zijn hierin cruciaal, aangezien de markt zich sneller ontwikkelt dan het beleid.
Ook is er discussie over de noodzaak van aantoonbare maatschappelijke waarde voor batterijopslag. Gemeenten ontvangen aanvragen zonder inzicht in de impact op het energiesysteem. Batterijen zorgen niet altijd voor maatschappelijke waarde op de plek waar ze het beste kunnen komen. Ze zijn vaak wel van regionaal, provinciaal of nationaal belang, maar hebben geen directe toegevoegde waarde voor de gemeente zelf. Het uitgangspunt zou moeten zijn dat de batterijen aantoonbare maatschappelijke waarde hebben, eventueel buiten de eigen gemeente. Maar inzicht in de impact is hoe dan ook van groot belang. Er zou ook kunnen worden gedacht aan een MER-plicht op batterijopslag voor het inzichtelijk maken van effecten.
Lokaal eigenaarschap en energiecoöperaties
Buurtbatterijen zijn vooral interessant in gebieden waar zonneparken beperkt worden, waar mensen in de buurt wonen en waar deze mensen mee willen doen. Lokaal eigendom en energiecoöperaties spelen een rol bij buurtbatterijen. Hoewel energiecoöperaties niet verplicht zijn, wordt aanbevolen om lokaal eigendom op te nemen in afwegingskaders en ontwikkelaars een inspanningsverplichting op te leggen om met ze samen te werken. Daarnaast wordt voorgesteld om bij nieuwbouw afspraken te maken met projectontwikkelaars over energiegemeenschappen en energyhubs op bedrijventerreinen te stimuleren, waarbij lokaal eigendom een rol speelt.
Uit het gesprek blijkt dat grootschalige batterijopslag een complex vraagstuk is dat verschillende beleidsniveaus raakt. Er is behoefte aan duidelijke richtlijnen, een juridisch houdbaar afwegingskader en meer inzicht in de impact op het energiesysteem. Lokale overheden vragen om handelingsperspectief en regelruimte, terwijl een eerlijke verdeling en maatschappelijke waarde centraal moeten staan. Het ontwikkelen van gebiedsspecifieke spelregels en beleidskaders is noodzakelijk om een goed functionerend en toekomstbestendig energiesysteem te realiseren.
Meer informatie