Datasprints geven inzicht in complexe energievraagstukken

01-07-2025
227 keer bekeken

Structuur in complexe materie. NP RES ondersteunt energieregio’s en gemeenten met datasprints. De data, kennis en de manier van werken, helpen relevante energievraagstukken in de leefomgeving vooruit. Rijk van Voskuilen en Lennart Lalieu vertellen over de aanpak.

Data en visualisatie met schetsen en kaarten, maken inzichtelijk welke (f)actoren een rol spelen en hoe ze op elkaar inwerken. Rijk van Voskuilen, thematrekker Data & Monitoring (NP RES), en Lennart Lalieu, aanjager Decentrale Energiesystemen (Transform/NP RES), zijn de trekkers van twee pilots met datasprints in de regio’s Rivierenland en Arnhem-Nijmegen. Ze pasten de methode van ontwerpend onderzoek toe in korte sprints. ‘Zo gaan we praktisch om met uitdagende vraagstukken en zien we al bouwend wat werkt en wat niet. Dit geeft snel resultaten met een beperkte en afgebakende inzet van tijd en middelen,’ zegt Rijk.

Eerst de vraag bepalen

In elk gebied waren er drie fysieke bijeenkomsten (sprints) met telkens 10 tot 15 deelnemers uit de domeinen van ruimtelijke ordening en energie. ‘Voorafgaand aan de eerste sprint deden we een inhoudelijke uitvraag met behulp van een online canvas, een visueel raamwerk, om het denken te structureren. Zo konden we gezamenlijk duiden welk probleem we bij de kop zouden nemen, en wat er minimaal nodig is om het op te lossen.’

De energieregio Rivierenland zette het zoeklicht op een te herstructureren en deels nieuw te bouwen wijk aan de oever van de Waal. Is het mogelijk om in die wijk opwek, vraag en aanbod bij elkaar te brengen? Met de idealen van local4local; een energiesysteem waarbij de energiecoöperatie lokale, duurzaam opgewekte stroom aanbiedt tegen een eerlijke, stabiele prijs en lokale zeggenschap.

Inzicht voor beleidsbeslissingen

‘In de groep pelden we de vraag af. Gezamenlijk formuleerden we concrete deelvragen, waarvoor we telkens data in een model samenvoegden,’ vertelt Lennart. Het externe bouwteam van NP RES met een expert energieinfrastructuur, een data-expert en een GIS-specialist, bereidde de bijeenkomsten voor, verdiepte de deelvragen en werkte die uit tussen de sprints. ‘Met deze manier van werken kom je in relatief korte tijd tot inzichten die helpen bij het nemen van beleidsbeslissingen. In de sprints werd het beeld steeds scherper. Het ruimtelijk visualiseren van gebiedsopgaven, infrastructuur en opwek geeft zicht op hoe de onderwerpen op elkaar inhaken.’ Het resultaat van de datasprint in Rivierenland is een raamwerk aan gis- en datakaarten, hoe vraag en aanbodontwikkeling te sturen, en zo ruimte te scheppen voor local4local initiatieven. ‘Dit moet in de vervolgstap inzicht geven in hoe verschillende factoren, zoals ruimtebeslag, vermogen, financiën, en organisatorische aspecten, op elkaar inwerken,’ zegt Rijk. ‘Je ziet bijvoorbeeld wat het effect is van keuzes in de bouw van wijken op de piekvraag van elektriciteit, wat het effect is op benodigde infrastructuur en wat je dan tekort komt aan lokale opwek of opslag.’

Het raamwerk geeft op zes niveaus informatie:

  • Opbouw regionale netvlakken en infrastructuur
  • Beschikbare vermogensbelasting per netvlakgebied
  • Vraagontwikkeling energie in een geselecteerd geografisch gebied
  • Vertaling naar ruimtelijke impact (lokaal en regionaal) voor infrastructuur
  • Vertaling naar profiel in vraag en aanbod en importafhankelijkheid
  • Mogelijkheden voor decentrale opwek in bovenliggende netvlakken

Nog niet alle niveaus zijn uitgewerkt, maar het is wel duidelijk geworden waar de informatie voor nodig is in de vervolgstap.

Een foto van mensen die in een vergaderzaal met elkaar in een workshop over data & monitoring deelnemen.

Vraag en aanbod modereren

De zes kaartlagen voor de casus van local4local ontwikkelde het bouwteam met behulp van data uit de netcapaciteitskaart van onder meer Liander en data uit het dataportaal van NPRES. Daarnaast is in het advies verwezen naar bestaande tooling van EnergieSamen om kostprijsberekeningen te maken voor opwek in een local4local concept. Dit bracht aan het licht dat in deze casus het niveau van het middenspanningsnet het optimale technische niveau is voor het modereren van vraag en aanbod. ‘Als je een nieuwe wijk bouwt, bouw je vaak ook een nieuw deel van het laagspanningsnetwerk. Het is daarbij spannend of enkel uitbreidingen, of hele nieuwe middenspanningstations nodig zijn omdat die vaak een lange doorlooptijd hebben,’ verklaart Lennart.

Voor de specifieke wijk in Tiel leidde de datasprints tot het inzicht dat aan de overkant van de Waal een windmolenpark komt, dat nu geen functie heeft om de nieuwe vraag aan elektriciteit lokaal op te vangen. ‘Het lijkt ons daarom logisch om de nieuwe wijk of de bestaande windmolens op een ander station te plotten, zodat de elektriciteit van die molens wel van belang is voor de wijk. Dat vraagt om intensieve afstemming met de regionale netbeheerder.’ Ook was er het inzicht dat het schaalniveau van een wijk te klein is om regionaal te optimaliseren. De casus in de energieregio Arnhem-Nijmegen ging over een gebied dat door vier gemeenten loopt en bracht weer hele andere vraagstukken en complexiteit in beeld. Het was in de pilots een bewuste keuze de twee uitersten te verkennen.

RES dataportaal

Rijk en Lennart zijn enthousiast over het resultaat van de pilots. ‘De datasprints tonen dat je meer inzicht krijgt door gezamenlijk data te combineren,’ zegt Rijk. Het RES dataportaal dat onlangs beschikbaar kwam, bewijst meteen z’n waarde. Rijk roept alle energieregio’s om het dataportaal up to date te houden zodat er bruikbare data is voor dit soort toepassingen.

Na de geslaagde pilots, is de slotsom dat NP RES het werken met datasprints erin wil houden. Dat wil zeggen dat energieregio’s een beroep kunnen doen op ondersteuning om één van hun praktijkvragen te analyseren op basis van geodata en inzicht in het energiesysteem. ‘We merken in de regio’s dat we ze hiermee goed kunnen helpen. De terugkoppeling op hun vraag, en de data die we bij elkaar brengen, maken het vraagstuk concreet. We redeneren vanuit de behoefte en kijken hoe we die kunnen invullen met dataproducten. Het is een snelle en redelijk eenvoudige manier van werken, die niet te veel tijd kost.’

Contact? l.lalieu@npres.nl of r.van.voskuilen@npres.nl

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Bekijk ook

Cookie-instellingen