Olie en aardgas worden onder de grond gewonnen. Maar het opwekken van energie met windmolens en zonnepanelen is zichtbaar en dichtbij. Dit heeft gevolgen voor ons landschap en voor de omgeving waar we in wonen. We kunnen er niet omheen om samen te bekijken wat de beste mogelijkheden zijn. Daarom is het van belang dat inwoners, maatschappelijke organisaties, en ondernemers betrokken zijn bij de keuzes en zich vertegenwoordigd voelen in de besluitvorming hierover. De Regionale Energiestrategieën winnen bovendien aan kwaliteit door de kennis, ervaring en denkkracht van de omgeving. Elke regio betrekt – vaak via de eigen gemeente – inwoners bij de plannen voor het opwekken van duurzame energie in de gemeente en regio.
Lokaal eigendom betekent dat bewoners en/of bedrijven uit de lokale gemeenschap eigenaar of mede-eigenaar zijn van een zonneveld of windmolen. Dat eigendom is vaak een collectief eigendom, vaak in de vorm van een coöperatie. In het Klimaatakkoord is afgesproken gelijkwaardig samen te werken in de ontwikkeling, bouw en exploitatie van hernieuwbare energie. Door te streven naar 50% lokaal eigendom krijgen lokale gemeenschappen zeggenschap over de energietransitie en houden we de opbrengsten lokaal. Als lokale mensen het zonnepark of de windmolen bouwen zijn zij bovendien van nature betrokken bij die gemeenschap. Hun aanpak is erop gericht om de omgeving goed te betrekken bij het project en de lusten en de lasten zo eerlijk mogelijk te verdelen. Dat schept vertrouwen en is de basis voor goed overleg.
Bij financiële participatie investeert de omgeving in het project en/of ervaart de voordelen van de opbrengsten van het project voor duurzame opwek. Er zijn verschillende mogelijkheden om financiële participatie vorm te geven. Welke vorm het meest geschikt is, is afhankelijk van het project en het type omgeving.
Lang niet iedereen die een belang heeft, laat ook zijn mening horen. Net als in veel andere maatschappelijke debatten zijn het in eerste instantie vaak uitgesproken voor- of tegenstanders die van zich laten horen. Terwijl gemiddeld genomen ongeveer 70% onder het zogenaamde ‘stille midden’ valt. Daarom loont het om in participatie ook op zoek te gaan naar de mensen die hun stem niet zo snel laten horen en de gekozen vorm aan te passen aan de wensen van deze doelgroep. Minder uitgesproken mensen participeren waarschijnlijk liever anoniem of in een persoonlijk gesprek, dan dat ze deelnemen aan een verhitte discussie in het lokale buurthuis. Jongeren bereik je sneller via sociale media of op scholen.
In een Burgerberaad (volgens de G1000 filosofie) werken gelote burgers in coproductie met de overheid en andere belanghebbenden samen aan een actueel onderwerp en komen samen tot concrete, breed gedragen voorstellen. Om burgerberaden succesvol te laten zijn is de juiste vraagstelling belangrijk. Net als de inbedding in de politieke besluitvorming, de representativiteit van het burgerberaad en de nodige middelen om gelijkwaardige deelname mogelijk te maken.
Een regionaal Burgerberaad maakt het voor bestuurders zichtbaar waar draagvlak voor is en helpt zo om tegenstrijdige belangen en politieke patstellingen rond de energietransitie te overstijgen. Aan de andere kant stimuleert het de burgers in het Burgerberaad om dezelfde moeilijke afwegingen te maken als waar bestuurders mee worstelen.
Inwoners en andere betrokkenen willen weten welke impact de plannen en projecten hebben op hun omgeving. Het kan helpen beelden te maken van toekomstige windmolens of zonnevelden. Dit kan bij het verkennen van zoekgebieden, bij het zoeken naar concrete locaties binnen zoekgebieden en bij het ontwerpen van projecten. Daarbij is essentieel wie de beelden maakt en welke status ze hebben. De ervaring leert dat beelden snel een eigen leven gaan leiden en eerder zorgen en vragen oproepen dan ze beantwoorden. Maak daarom de beelden als overheid en inwoners samen als onderdeel van een bijeenkomst. Of verspreid ze als overheid met hele duidelijk toelichting.
JongRES Nederland zet zich als organisatie in om de stem van de jongeren mee te laten klinken in de Regionale Energiestrategieën (RES). Jongeren (12 tot en met 30 jaar) zijn vaak nog ondervertegenwoordigd als het gaat om de energietransitie.
Jongeren en jong werkenden hebben belang bij toekomstbestendige RES’en, het gaat immers om hun leefomgeving en hun energievoorziening. Ook gaat het overgrote deel van de energietransitie in hun werkende levens plaatsvinden. Belangrijke keuzes daarover worden nu gemaakt, dus jongeren en jong werkenden moeten nu mee kunnen praten.
Uit onderzoek in 2020 van I&O Research in opdracht van het Nationaal Programma RES is gebleken dat jongeren actief mee willen denken over de energietransitie. Maar dan wel via sociale media, enquête, email, brief of school. Jong RES Nederland heeft inmiddels in elke regio een jongerenvertegenwoordiger die, samen met de bestuurders in de regio, de belangen behartigt van de jongeren.
Deze website maakt gebruik van cookies. Lees meer over cookies in onze cookieverklaring.
Deze cookies verzamelen nooit persoonsgegevens en zijn noodzakelijk voor het functioneren van de website.
Deze cookies verzamelen gegevens zodat we inzicht krijgen in het gebruik en deze website verder kunnen verbeteren.
Deze cookies zijn van aanbieders van externe content op deze website. Denk aan film, marketing- en/of tracking cookies.