Warmtestructuurkaart neemt steeds vastere vormen aan

12-02-2020
1171 keer bekeken

Met regelmaat verschijnt er van Uko Post, adviseur Ruimte en Wonen bij gemeente Zutphen, een blog over zijn ervaringen met de ontwikkeling van een Regionale Energie Strategie in de Cleantechregio. Deze keer vertelt Uko over hoe de warmtestructuurkaart voor de Cleantechregio tot stand is gekomen.

Dit is hem dan: een eerste concept van een warmtestructuurkaart voor de Cleantechregio. Bijna klaar om op te nemen in het hoofdstuk warmte (RSW) van de RES. Vraag en aanbod zijn aan elkaar gekoppeld, zodat goed zichtbaar is welke warmtebron op welke plek het meest geschikt is. We zijn er best wel trots op. Hoe kwam deze kaart tot stand?

Inventarisatie vraag en aanbod

Allereerst hebben we zoveel mogelijk databases geraadpleegd van (semi-)overheden, waterschappen, omgevingsdiensten en adviesburo’s. Zo kwamen we aan de informatie over de vraag naar en het aanbod van warmte. We hebben natuurlijk ook ons eigen netwerk, bestaande onderzoeken en lokale kennis gebruikt, om te checken of de informatie klopt.

Koppeling van vraag en aanbod

Daarna hebben we de vraag naar warmte geclusterd. Zo werd duidelijk waar grotere warmtenetten kansrijk zijn en waar we aan individuele oplossingen moeten denken. We hebben ons daarbij gericht op de warmtevraag in 2030. Bij de inventarisatie van het aanbod hebben we alle technisch mogelijk bronnen meegenomen; we hebben op voorhand geen warmtebronnen uitgesloten. Ten slotte hebben we vraag en aanbod gekoppeld aan elkaar. Deze zogenoemde allocatie is niet alleen nu relevant voor de RES, maar geeft ook richting aan en is basismateriaal voor de Transitievisies Warmte.

Multicriteria-analyse

Het klinkt allemaal vrij eenvoudig, maar achter de koppeling zit een stevige multicriteria-analyse (MCA). Deze geeft per warmtevraagcluster een prioritering aan van de meest logische warmtebronnen aan de hand van scoringstabellen. De uitkomsten vormen de basis voor een eerste allocatie.  Bij de MCA hebben we diverse beslisregels en de volgende drie kerncriteria gehanteerd: is de warmtebron duurzaam, beschikbaar en/of betaalbaar? In deze drie kerncriteria komen onder andere CO²-emissie, afstanden, temperatuur en dekkingsgraad terug.

De uitkomst

Wat komt er nou daadwerkelijk uit deze exercitie? Een voorbeeld: voor Zutphen lijkt restwarmte vanuit de industrie en de RWZI de meest logische optie. Ook is er een cluster dat potentie heeft om er een groot warmtenet te ontwikkelen. We zien dit als een bevestiging van hetgeen we al dachten. Ander voorbeeld: op de warmtestructuurkaart staat alle relevante infrastructuur zoals de tracés van bestaande warmtenetten en de effluent- en rioolleidingen (effluent = gezuiverd afvalwater uit de RWZI’s). De kaart geeft zo aan waar warmte beschikbaar is in afvalwater en waar dus kansen zijn om deze warmte te gebruiken. Tijdens vervolgsessies met experts, stakeholders en overheden kan de kaart gebruikt en genuanceerd worden. Uiteindelijk ligt er dan een onderbouwd verhaal voor een goed gesprek over de verdeling van de warmte in de regio. Want daar was het toch allemaal om te doen.

Afbeeldingen

Cookie-instellingen